Partij score

Logo van PvdD
PvdD
7.0
Score voor dit thema

Score op een schaal van 1 tot 10

Toelichting op deze score

Lokale autonomie en middelen
Het partijprogramma van de PvdD bevat veel nationale sturing en nieuwe landelijke regelgeving die gemeenten raakt maar pleit ook voor extra middelen aan gemeenten. De partij wil de bezuinigingen op gemeenten en provincies “dempen” zodat zij niet hoeven te bezuinigen op bovenwettelijke taken zoals natuur, dierenwelzijn, milieu en klimaat. Taken en verantwoordelijkheden van de landelijke overheid kunnen alleen aan provincies of gemeenten worden overgedragen als deze beschikken over voldoende middelen en expertise en menskracht.

De PvdD wil de nationale regie terug op het natuurbeleid en de decentralisatie naar de provincies terugdraaien. De partij wil o.a. de aanleg van nestgelegenheden voor meeuwen en duiven, struiken en nestkasten in straten met eikenbomen en een registratie- en vergunningplicht voor bijenkasten. Voor dieren in kinderboerderijen komen strengere welzijnseisen; dierentuinen en kinderboerderijen moeten worden omgevormd tot gespecialiseerde opvanglocaties, waarbij het Rijk zorgt voor landelijke richtlijnen en financiering. Verder wil de PvdD dat het Rijk de regie neemt over het toezicht op milieuwetgeving en de bestrijding van milieucriminaliteit, de capaciteit hiervoor vergroot en de boetes verhoogt. Omwonenden moeten meer inspraak krijgen bij vergunningprocedures voor vervuilende bedrijven. Ook pleit de partij voor een wettelijke minimale afstand tussen stallen en woonkernen, scholen en kinderdagverblijven. De PvdD pleit daarnaast voor een Voedselwet en een ministerie van Voedsel en Landbouw dat gemeenten en regio’s helpt met voedselbeleid. Lokale maatregelen zijn bijvoorbeeld de aanleg van voedseltuinen, stadsboerderijen, notenbomen en bessenstruiken, plantaardige opties bij de horeca en voorrang voor aanbieders van biologische voeding in het vestigingsbeleid. In kwetsbare wijken steunt de partij buurtinitiatieven zoals sociale supermarkten, voedselcoöperaties, groenteabonnementen en buurtmoestuinen. Verder wil de partij structurele financiering voor publieke volks- en schoolkantines met lokale, biologische maaltijden en een jaarlijkse rapportage over de toegang tot gezond voedsel in alle gemeenten. De PvdD wil dat alle overheidsorganisaties 100% groen en diervriendelijk inkopen – met een voor iedereen transparant inkoopproces – en dat zij zo snel mogelijk overstappen op banken die investeren “binnen ecologische grenzen”.

Voor wat betreft de woningbouwopgave pleit de PvdD voor een Deltaplan wonen om nieuwe woonruimte te creëren en bestaande woningen energieneutraal te maken. Nieuwe woningen moeten aansluiten bij de behoefte van de samenleving, waarbij de partij pleit voor meergeneratiewoningen, (zelfvoorzienende) woongemeenschappen, tiny houses en studentenwoningen en minimaal 40% sociale huurwoningen. De PvdD wil landbouwgrond vrijmaken, bouwen aan de rand van bestaande woonkernen en bestaande bouw beter benutten door middel van optoppen, woningsplitsing, transformatie van leegstaande panden en doorstroming. Er komt een heffing op leegstand en braakliggende grond om speculatie tegen te gaan. Nieuwbouw kan alleen op klimaatbestendige locaties. Deskundigheid van waterschappen wordt ingezet om ervoor te zorgen dat bouwprojecten ook waterbestendig zijn. De PvdD pleit voor natuurinclusieve bouw in steden zodat bewoners voldoende groen in de buurt hebben, bereikbare natuurspeelplaatsen, het hittebestendig maken van gebouwen – door zonwering, bomen en groene daken – en voor zonnepanelen op alle nieuwbouwwoningen. Het Besluit bouwwerken leefomgeving moet worden aangescherpt evenals de vergunningverlening voor het kappen van bomen. Gemeenten krijgen landelijke kaders en steun om bodemverontreiniging aan te pakken. De PvdD wil de energievoorziening publiek maken en omwonenden hierbij meer zeggenschap geven. Er komen fiscale regelingen voor het opwekken van energie op wijkniveau. Woonkernen worden autovrij gemaakt met buiten de stad goede P+R voorzieningen, parkeren in de stad wordt zwaarder belast en in dorpen en steden krijgen fietsers en voetgangers voorrang. Om het openbaar vervoersnetwerk uit te breiden worden meer (elektrische) bussen ingezet en meer busbanen vrijgemaakt.

De PvdD wil 2% van het budget van het ministerie van VWS investeren in wijkgerichte zorg en pleit voor een initiatiefrecht voor bewoners om mee te kunnen beslissen over de zorg in hun wijk. De partij wil streekziekenhuizen behouden en meer huisartsen, vooral in gebieden waar tekorten zijn. Buurtteams en zorgcoöperaties moeten langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning aanbieden die in alle gemeenten gelijkwaardig is. De PvdD pleit voor investeringen in preventieve (online) programma’s en netwerken voor de geestelijke gezondheidszorg evenals voor ondersteuning van het gezin, zorgteams op scholen en inspraak van jongeren bij de jeugdzorg. Gemeentelijke gezondheidsdiensten krijgen extra ondersteuning voor voorlichting aan de meest kwetsbare groepen. Ook krijgen gemeenten meer geld voor het vinden van pleeggezinnen en voor organisaties als Veilig Thuis die gemeenten ondersteunen bij de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld. De PvdD wil betere zorg aan dak- en thuislozen – bijvoorbeeld door het zelfredzaamheidscriterium af te schaffen – en wil dat zij standaard een urgentieverklaring krijgen. Ook moeten er meer opvangplekken komen voor slachtoffers van huiselijk geweld. Voor ouderen wil de PvdD een groter aanbod van wijkteams en meer verpleeghuisplekken in de wijk. Ook vindt de partij dat in elke wijk sportvoorzieningen en buurtsportcoaches aanwezig moeten zijn en dat op jongerencentra niet mag worden bezuinigd. Voor wat betreft de sociale werkvoorziening moeten gemeenten voldoen aan minimale eisen en voldoende middelen krijgen. Ook krijgen gemeenten meer geld en inhoudelijke ondersteuning om schuldenproblemen tijdig te signaleren en mogen zij schulden tijdelijk overnemen. De partij wil investeren in armoedepreventie en programma’s zoals het Bouwdepot dat kwetsbare jongeren financieel ondersteunt. De PvdD pleit verder voor gratis (biologische) schoolmaaltijden, groene schoolpleinen en duurzame, goed toegankelijke schoolgebouwen met een gezond binnenklimaat en voor een landelijke regeling voor leerlingenvervoer. Ook wil de partij investeren in (buurt)bibliotheken. Scholen en culturele instellingen moeten ook in dunbevolkte gebieden toegankelijk zijn.

Op het gebied van openbare orde wil de PvdD de aanmeldingsplicht voor demonstraties afschaffen en regels voor demonstraties (bijv. vanwege hinder voor verkeer of te laat aanmelden) schrappen. De partij wil dat medewerkers van gemeente en politie beter worden geïnformeerd over het demonstratierecht. Verder wil de PvdD gemeenten verplichten een risicoanalyse te doen op discriminatie en gediscrimineerde groepen zoals Roma en Sinti vaker betrekken bij antidiscriminatiebeleid. De partij pleit voor een meerjarige, nationale strategie om publieke voorzieningen en openbare informatie beter toegankelijk maken voor mensen met een beperking. De partij pleit daarnaast voor prestatieafspraken tussen kabinet, politie en gemeenten over de aanpak van LHBTIQA+-geweld. De PvdD wil meer aandacht voor kansengelijkheid en oorzaken van criminaliteit: lokale overheden krijgen meer budget voor gerichte ondersteuning aan ouders met kinderen die dreigen af te glijden. Ook moet er een landelijke aanpak komen voor (seksueel) partnergeweld, waarbij politie, OM en burgemeesters eerder ingrijpen bij duidelijke aanwijzingen.

De PvdD wil de natuurbescherming en klimaatrechtvaardigheid in de gemeenten in de Caribisch Nederland ondersteunen. Ook wil de partij een sociaal minimum invoeren dat aansluit bij de lokale kosten voor levensonderhoud en een betere regeling voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.

Bescherming en vernieuwing
De PvdD besteedt veel aandacht aan vernieuwing en verbetering van het (lokaal) bestuur. De partij wil dat vertrouwen en medemenselijkheid moeten meer centraal komt te staan in het handelen van overheidsinstanties. De partij pleit voor ondersteuning en training van ambtenaren over ethiek en weerbaarheid, zodat zij keuzes maken in lijn met de publieke waarden die zij dienen en burgers meer vertrouwen krijgen in de overheid. Beleidsambtenaren mogen vrijwilligerswerk doen onder werktijd om zo dichter bij de wereld van de burger te komen en de overheid moet in eenvoudige en duidelijke taal communiceren (taalniveau B1) en transparant zijn over de totstandkoming van beleid.

De PvdD wil de wet op de veiligheidsregio’s herzien (zodat gemeenteraden hun controlerende taak beter kunnen uitvoeren) en de geborgde zetels in de waterschapsbesturen afschaffen zodat waterschappen democratischer worden. Ook wil de partij investeren in initiatieven die jongeren laten zien hoe politiek en recht werken en hoe zij zelf invloed kunnen uitoefenen. Inspraak van jeugd moet op alle overheidsniveaus worden geborgd. Verder wil de PvdD het makkelijker maken om een burgerinitiatief te starten door een lagere handtekeningendrempel, kortere doorlooptijden en duidelijkere regels. Ook wil de partij het raadgevend referendum invoeren en pleit de partij voor vroegtijdige inspraak voor burgers, waarbij per geval de meest geschikte vorm van burgerparticipatie wordt gekozen, zoals een burgerberaad, internetconsultatie, meerkeuzereferendum (‘preferendum’) of een combinatie. De partij pleit voor een platform dat burgerparticipatie faciliteert met voorlichting en informatie, bijvoorbeeld over politieke bijeenkomsten of aanstaande burgerfora.

De PvdD merkt op dat het werk van lokale politici steeds zwaarder wordt, niet alleen door meer taken maar ook door (online) haat. De partij wil daarom investeren in beloning van politieke ambtsdragers en verlofregelingen moderniseren, ook voor waterschapsbestuurders.

Over dit thema

Democratisch bestuur op lokaal niveau is essentieel voor een goed functionerende democratie. In Nederland geldt het subsidiariteitsbeginsel: beleidsvorming vindt zoveel mogelijk plaats op het laagste niveau, dicht bij de burger. Lokaal waar het kan, centraal waar het moet. Gemeenten staan immers het dichtst bij de burger en hier kan participatie en zeggenschap van burgers het meest effectief plaatsvinden.

In hoeverre dragen de verkiezingsprogramma’s bij aan de versterking van het lokale bestuur? Ondersteunen ze de gemeenten door middel van wet- en regelgeving en financiële middelen? Of versterken zij juist de nationale greep op de gemeentelijke autonomie? In hoeverre zetten de partijen zich in om de lokale democratie weerbaarder te maken en doen zij voorstellen voor democratische versterking en vernieuwing op lokaal niveau?

Hier hebben we op gelet

Verantwoording

Samengesteld door: The Hague Academy for Local Governance

The Hague Academy for Local Governance is een non-profit met het doel de lokale democratie wereldwijd te versterken. Wij bieden praktijkgerichte trainingen aan in binnen- en buitenland.