Te vaak haken burgers af door een gevoel van machteloosheid over ons democratisch systeem. Veel inwoners ervaren weinig invloed op het beleid. Dit wordt al langere tijd gezien als problematisch voor de legitimatie van het lokale bestuur. Een van de strategieën om burgers meer zeggenschap te geven en het lokaal bestuur meer legitimiteit te verschaffen, is het inzetten van het referendum. Immers, via een referendum kunnen kiezers direct stemmen over onderwerpen die zij belangrijk vinden. Uit tal van onderzoeken blijkt dat het referendum, mits goed uitgevoerd, het gevoel van machteloosheid en vervreemding vermindert. Maar het referendum levert ook ongemak en soms frustratie bij deze en gene, zowel in de politiek als bij initiatiefnemers.
Meer Democratie, onder de paraplu van de Nederlandse Democratie Coalitie, heeft samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten het initiatief genomen om de ervaringen die in de laatste tien jaar zijn opgedaan op een rij te zetten en er lessen uit te trekken. De gemeente Amsterdam ondersteunt de conferentie.
Op nationaal niveau zijn er drie referenda geweest. In 2005 over het Grondwettelijk Verdrag voor de Europese Unie (verworpen) en in 2016 en 2018 nog twee referenda, respectievelijk over het EU verdrag met Oekraïne en Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, beide eveneens verworpen. In 2018 werd de nog jonge referendumwet door de toenmalige regering ingetrokken, omdat “het de verwachtingen niet had waargemaakt”. Nu – zeven jaar later – ligt er een voorstel tot wijziging van de Grondwet, met als doel om het bindend correctief referendum mogelijk te maken. De Eerste Kamer zal zich hierover na de zomer – in tweede lezing – gaan uitspreken.
Op lokaal niveau is er beduidend meer ervaring met het referendum opgedaan. Meer dan 220 lokale referenda zijn er in de afgelopen 100 jaar gehouden, waarvan meer dan 100 in de laatste 25 jaar. De meeste referenda zijn in die laatste periode georganiseerd op initiatief van de inwoners, terwijl in de jaren ‘90 van de vorige eeuw de gemeente vaak zelf een referendum initieerde (vaak over herindelingen).
De laatste tien jaar zijn er ongeveer twintig lokale referenda geweest, die nogal wisselend zijn qua spelregels en uitvoering. Dit komt doordat gemeenten veel vrijheid hebben in hoe zij hun eigen verordening inrichten. De ervaringen wisselen: is de vraagstelling wel helder, willen we alleen ‘ja’ / ‘nee’ mogelijkheid, welke informatie is voorhanden en hoe wordt dat verspreid, welke rol spelen wethouders en raadsleden, welke drempels bij het aanvragen en bij het stemmen, hoe wordt er omgegaan met de uitslag?
Op de landelijke conferentie ‘Lessen en spelregels voor een goed lokaal referendum’ brengen we de verschillende perspectieven bij elkaar. Initiatiefnemers, wethouders, burgermeesters, raadsleden, leden van referendumcommissies, ambtenaren en griffiers delen op 19 september hun bevindingen. Gezamenlijk zoeken we op basis van ieders ervaringen naar antwoorden op de vragen en dilemma’s die spelen rond dit instrument van directe zeggenschap voor burgers. Hoofdvraag is: wat is er nodig om een goed lokaal referendum te organiseren?
Graag nodigen we je uit om deel te nemen aan deze werkconferentie op vrijdag 19 september in de Tolhuistuin in Amsterdam.