Verslag Seminar Burgerschap als Ruggengraat voor Vredesopbouw en Democratie

Datum: 4 september 2025
Locatie: PAX Kantoor, Sint Jacobsstraat 12 in Utrecht
Verslag: Elene Amiranashvili, Foundation Max van der Stoel 

Hoe houd je democratie levend in een tijd van polarisatie, afnemende solidariteit en groeiende afstand tussen burger en overheid?

Het afscheidsseminar van Dion van den Berg (foto), met het panel “Burgerschap als Ruggengraat voor Vredesopbouw en Democratie”, maakte duidelijk dat vrede en democratie niet vanzelfsprekend zijn, maar gebouwd worden op betrokken burgers, sterke lokale netwerken en de moed om macht ter verantwoording te roepen. Burgerschap is geen keuze, maar de basis voor vrede en democratie. Terwijl symbolische daden zoals tulpen uit Nederland ooit hoop gaven in conflictgebieden, worstelen we nu met versnippering, democratisch wantrouwen en de vraag hoe nieuwe generaties internationale solidariteit kunnen vormgeven in een wereld vol mondiale crises.

Onder leiding van moderator Cecile Meijs (The Hague Academy of Local Governance) gingen vijf panelleden in gesprek: Janny Vlietstra (Oud-burgemeester en oud-Eerste Kamerlid), Peter Knip (oud-directeur VNG-International), Niesco Dubbelboer (directeur Meer Democratie en NDC), Godelieve de Wijer (community organizer bij PAX) en Dion van den Berg zelf. Centraal stonden de vragen rond vredesopbouw, burgerschap en de rol van lokale en internationale netwerken.

Rolien Sasse (Directeur PAX) opende met de observatie dat burgerschap de ruggengraat vormt van zowel vrede als democratie. Slachtoffers en burgers een platform bieden, en de moed hebben leiders te wijzen op die stemmen, is volgens haar essentieel. Vrede gaat niet alleen over verzoening, maar ook over boosheid en woede, en hoe we daarmee om gaan. Daarmee werd de rode draad van de bijeenkomst gezet: de wisselwerking tussen burger en overheid.

Dion van den Berg blikte terug op bijna vijftig jaar inzet voor internationale samenwerking. In de jaren tachtig waren er honderden lokale groepen actief die samen een manifest opstelden over de schaamte die zij voelden tegenover internationale ongelijkheid. Nu is die breed gedragen solidariteit moeilijker te vinden. Toch benadrukte van den Berg dat symbolische acties vaak een enorme kracht hebben. Een voorbeeld dat hij aanhaalde waren de tulpen uit Nederland, die elders als teken van hoop dienden. Zijn lessen uit de jaren negentig betroffen vooral het wederzijds verstaan van elkaars problematiek en de ervaring dat een multipolaire wereld nieuwe kansen en uitdagingen brengt.

Niesco Dubbelboer herinnerde zich hoe de vredesbeweging in de jaren zeventig leidde tot kernwapenvrije gemeenten. Dion was daar nauw bij betrokken; ruim honderd Nederlandse gemeentes verklaarden zich destijds kernwapenvrij. Voor Dubbelboer ligt de kern in de vraag waarop een democratie gebouwd is. Burgers willen meedoen en meedenken aan hun omgeving, maar dat vraagt dat democratie ervaren wordt als iets van henzelf. Burgerschap is volgens hem geen vrijblijvende keuze maar een ambt, dat onderhoud en betrokkenheid vereist.

“Wat de grote zorg nu is, is dat democratie voor veel mensen niet iets van hen is of voor hen werkt, maar iets dat over hen heen komt.” -Niesco Dubbelboer 

De vraag of jongeren minder internationaal georiënteerd en solidair zijn, leverde uiteenlopende perspectieven op. Godelieve de Wijer stelde dat de kern hetzelfde is gebleven: mensen willen ergens bij horen, al zijn de obstakels veranderd. Ze wees op de “politieke krimpflatie” waardoor er minder beleid is, en het gevaar van versnippering in te veel communities. Tegelijkertijd benadrukte de Wijer dat jongeren zich misschien wel meer bewust zijn van mondiale thema’s, juist omdat die steeds vaker deel uitmaken van hun dagelijks leven, en dat daarom internationale solidariteit niet werkelijk aan het afnemen is. 

“Waar deze generatie heel sterk in is, is grote mondiale thema’s zoals klimaat, racisme en facisme, al geïntegreerd zien in hun lokale leefwereld.” – Godelieve de Wijer

Het gesprek ging vervolgens over hoe lokale initiatieven verbonden kunnen worden. Van den Berg benadrukte dat dit veel tijd en communicatie kost, maar dat inspiratie en onderwijs hierbij sleutelwoorden zijn. Democratie moet je leren, zo stelde hij, en daarom moet het educatieve proces opnieuw centraal komen te staan.

Uit de zaal kwamen vragen over betrokkenheid en actiebereidheid. Janny Vlietstra wees op het verschil tussen betrokkenheid voelen en daadwerkelijk in actie komen. Van den Berg sprak over het belang van duurzame betrokkenheid, zodat acties niet op een strooivuur lijken maar de kracht van een veenbrand hebben om obstakels te overwinnen. Niesco stelde dat democratie in haar huidige vorm onder druk staat en vergeleek dat met “een postkoets op de snelweg”.

In de discussie over Europa kwam naar voren dat er behoefte is aan een mobiliserende visie. Van den Berg pleitte voor gedeelde veiligheid en uitbreiding als middel om stabiliteit te waarborgen. Knip voegde daaraantoe dat Europa zijn traditionele rol in de wereld verloren heeft en dringend een nieuwe plek moet vinden. Dubbelboer benadrukte het belang van taal en het delen van zeggenschap, zelfs met groepen waarmee men het fundamenteel oneens is.

Samenvattend weerspiegelde het seminar zowel de rijkdom van Dion van den Berg’s loopbaan als de blijvende relevantie van de thema’s die hem dreven. De bijdragen maakten duidelijk dat lokale overheden, symbolische acties en burgerparticipatie onmisbaar zijn voor vrede en democratie. Tegelijkertijd blijft de vraag hoe continuïteit te waarborgen en hoe we jongere generaties verbinden aan het grotere geheel.

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor de democratie update